“… de heer Holtzappel is jarenlang penningmeester geweest van de Schoolvoetbalcommissie van den A.V.B.; hij is thans nog lid van de „werkcommissie", zijnde eenige menschen, zooals b.v. „Pa" Bon, Ouwehand, enz., die hun tijd geven en daadwerkelijk helpen bij het op poten zetten van de schoolvoetbalwedstrijden. Er komt heel wat werk voor kijken en vooral de nodige financiën zijn het zorgenkind van de commissie.”
… “Verder is er nog een andere kwestie, n.l. die van de decentralisatie, welke m. i. een gevaar voor de belangstelling kan opleveren. Vroeger werden alle wedstrijden in De Meer gespeeld en op één dag kon je gemakkelijk wedstrijden van verschillende elftallen van je school gaan bekijken. Maar tegenwoordig wordt er ook op de terreinen aan den Velserweg gespeeld en ook is er een complex in Amsterdam-Noord in gebruik. Nu zullen er in Oost wel een aantal terreinen moeten verdwijnen en mocht dit aantal te groot worden, dan is het niet onmogelijk, dat de wedstrijden weer zoo veel mogelijk gecentraliseerd worden en wel op de terreinen aan den Velserweg. Dat zijn prachtige velden met een uitstekende accommodatie. Maar dan krijg je weer, dat je jongetjes van de een of andere school in de Indische buurt naar den nogal excentrische Velserweg moet sturen .... In ieder geval is centralisatie wel aan te bevelen; wij leeraren, komen er dan nog eens eerder toe, om naar de jongens te gaan kijken en je weet zelf wel, hoe stimulerend dat kan werken".
En of wij ons nog herinneren, hoe de heer Holtzappel, toen nog leraar in de Franse taal, als een volleerde Bob Glendenning aanwijzingen stond te schreeuwen!”
Aanvulling Frits: Bob Glendenning was een Engelse voetballer en daarnaast de langstzittende trainer van het Nederlandse elftal.
“De heer Holtzappel is vroeger een verdienstelijk speler van A.F.C. geweest. Nu nog kan men hem achter den bal zien hollen op Zaterdagmiddagen, als de „Black Devils" spelen, een ploeg, die uit louter genoegen vriendschappelijke wedstrijden speelt en waarin b.v. ook menschen als Timmer, van Swol, een zoon van den burgemeester van Amsterdam en andere bekende figuren meedoen. De H.F.C.-veteranen zijn o.a. geliefde tegenstanders, waarbij, volgens den heer Holtzappel, collega rector Spoelder een stevige partij kan spelen. Nog onlangs speelde directeur Holtzappel met enkele andere leeraren en een aantal niet gekozen scholieren tegen een elftal van zijn school dat gekozen was voor de schoolwedstrijden. „Dat komt de geest op school zoo ten goede", vertrouwde hij ons toe. Zoolang er nog zulke schooldirecteuren in Amsterdam zijn, zal het moeilijk blijven voor minister Slotemaker om de lichamelijke opvoeding „onder aan het lijstje" te zetten!”
Bron: Sport in beeld/De revue der sporten jrg 32, 1939, no 40, 01-05-1939. Bovengenoemd artikel is geschreven door een oud-leerling van mijnheer Holtzappel.